14 september 2006

Helmond zonder traverse een luchtfoto

Kantongerechtsgebouw

Uiterst links enkele woonhuizen aan de Weg op den Heuvel, daarnaast met het torentje het in 1906 gebouwde kantongerecht. Rechts daarnaast hotel de Bruxelles waarnaast kerktorens boven het huis van Van Nunen uitsteken, dat huis is het begin van de Smalstraat.

Voor het kantongerecht was destijds de stopplaats voor autobussen naar Weert en Venray.

Hotel Hof van Holland

Gesticht in 1867 door stadsharmonie Phileutonia, mede huisvesting van societeit De Harmonie en van het Helmonds Mannenkoor. Afgebrand in 1895 en daarna overgenomen in 1911 door Lindeman die het Hotel de la Station noemde.

Hotel de la Station

Hotel de la Station lag tegenover het station aan de Weg op den Heuvel. De geschiedenis van het hotel gaat terug tot 1867. Op 17 december openden de leden van stadsharmonie Phileutonia het gebouw. Het hotel heette toen Hof van Holland. Hier was ook societeit De Harmonie gevestigd. Het hotel brandde af op 14 februari 1895.

Op 1 juli 1911 kocht ene S.J. Lindeman het hotel en doopte het Hotel de la Station. In 1974, een jaar eerder dan Hotel de Bruxelles, werd het gesloopt. Van 1971 tot 1974 deed het hotel dienst als huisvesting voor gastarbeiders.




Karelstein

Aan de Kanaaldijk noord-west, op het vroegere grondgebied van Aarle-Rixtel, ter hoogte van sluis 7 en Kleine Overbrug ligt Karelstein. Het pand werd gebouwd in 1840 door jonkheer Carel van Brugghen, genoemd naar zijn grootvader.

Naast het huis lag een fabrieksgebouw, uit 1825, o.a. Piet de Wit had hier een textielbedrijf tot 1909. Toen deed hij het pand over aan strohulzen en cartonnagefabriek Van Dam. Karelstein is nog immer eigendom van Van Dam, de andere helft van het pand, ’t Witte Huis, is diverse keren van eigenaar veranderd. De firma GlassDeco kocht het in 1990. In 1991 werd er brand gesticht en blakerde het witte huis deels zwart.

Piet de Wit's bedrijven

Piet de Wit kwam uit de textielfamilie De Wit. Piets vader, Peter genaamd, was reeds actief in de textielnijverheid, als lid van de firma Leijten, Kluskens & Cie, opgericht in 1855. Hij begon uiteindelijk in 1887 een eigen bedrijf, waarin hij al spoedig zijn zoon Piet in opnam. Deze nam de leiding na de dood van zijn vader, in 1896, alleen over en zette vervolgens het bedrijf bij Karelstein (op de gemeentegrens tussen Helmond en Aarle-Rixtel) met financiële steun van derden om in een naamloze vennootschap, de Nederlandsche Textiel-Industrie (1898). Deze eerste geheel electrisch aangedreven textielonderneming in Nederland hield het echter niet lang vol en ging in 1900 roemloos ten onder. Met behulp van zijn oom Kobus, die ook in de textielindustrie actief was, startte Piet vervolgens met de vervaardiging van garen uit spinnerijafval waarvan vervolgens grove dekens geweven werden. Eerst door thuiswevers, maar al gauw in een heuse fabriek, die alsmaar uitdijde en filalen te Geldrop (1912), Gemert en Deurne (1920) kreeg.
Publieke activiteiten
Daarnaast hield hij naar de buitenwereld toe een grootse levensstijl er op na, wat mede in dienst stond van zijn politieke carriere die hem van raadslid tot statenlid en uiteindelijk tot lid van de eerste kamer voerde. Deze publieke activiteiten kostten echter handenvol geld. Zo was hij praktisch en financieel betrokken bij de oprichting van een nieuwe parochie met de Onze Lieve Vrouwe Kerk aan de Wilhelminalaan (Helmond) en bij de RK HBS in zijn woonplaats.
Faillissement en doorstart
Zijn bedrijf kende na het faillissement een doorstart. In 1926 kwam NV De Wit's Dekenindustrie tot stand, waarbij Piet de Wit niet alleen in naam maar ook daadwerkelijk als directeur betrokken was. Zij het dat hij niet meer alleen de macht had maar de aandeelhouders en hij een mededirecteur naast zich moest dulden, de oudste zoon van grootaandeelhouder A. van der Lande uit Deventer.
Hatéma
De onderneming werd verder voortgezet door de familie Van der Lande, en kende onder de naam Hatéma nog een behoorlijk lang en belangrijk bestaan. In 1969 ging het samen met Texoprint en werd vervolgens onderdeel van het textielconglomeraat Gamma Holding. De productie van de diverse onderdelen kwam successievelijk stil te liggen. Uiteindelijk zijn de leegstaande fabrieksgebouwen in 2005 definitief afgebroken.

Egbert Haverkamp Begemann

De geschiedenis van Begemann gaat terug tot 1871, wanneer Gustav Brückenhaus, een werktuigkundige uit Mönchen–Gladbach een ijzergieterij in het opkomende industriestadje Helmond opricht. Bedrijfsleider daar wordt Egbert Haverkamp Begemann (1848/1919) die in 1874 het bedrijf alleen en als eigenaar voortzet. Dankzij zijn kennis en kunde en flair weet hij de zaak tot bloei te brengen. De inmiddels tot fabriek van stoom– en andere werktuigen uitgebouwde onderneming verwerft in 1881 het predicaat koninklijk. In 1889 vindt een omzetting in een nv plaats, waarbij ir. Jan Benjamin Kam als mededirecteur aantreedt. Ligt aanvankelijk de nadruk op de vervaardiging van stoommachines en stoomketels, al gauw ontpopt zich het bedrijf als een belangrijke constructiewerkplaats (1894/96 stationsoverkapping Den Bosch) en als fabrikant van centrifugaalpompen. Deze twee activiteiten zijn vanaf circa 1910 de hoofdpijlers van de nv.